Er is zware koorts in mijn lichaam. Badend in het zweet en rillend van de kou schrijdt de nacht langzaam voort. Overgeleverd hieraan wacht ik op de morgen. De zwaarte vervalt bij het zien van het ochtend licht. Gebouwen aan de overkant kleuren magenta op, ze stralen een eigen energie.
Op straat is het lente. De straatvegers nemen het ervan. Zij gooien steentjes in de Maas. Een betere tijdsbesteding is er op dit moment niet en niemand maakt hen het moment onmogelijk.
Een Marokaanse vrouw komt naar mij toe en houdt een folie ongesorteerd snoep voor. Ik kies een stukje Turks fruit. 'Alles' zegt ze, 'alles'. Dan laat ze het pakketje achter en vervolgd haar weg.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten