Eergisteren
vertrok ik uit Istanbul om via een tussenstop van een dag in Nederland naar Lagos, Nigeria
te reizen. Op uitnodiging van de Afrikan Artist Foudation zal ik hier werk
maken voor het komende Lagos Photo festival.
De laatste keer
in Lagos was ongeveer vijf jaar geleden. The collapsed building was destijds het
hoofddoel en om dit te fotograferen reisden we zelfs twee keer naar Nigeria,
want de eerste fotografie poging was niet geslaagd.
Vliegend
boven Afrika is het vrijwel voortdurend bewolkt, een witte verblindende gloed
van hard licht, waardoor de raamluikjes veelal gesloten blijven. Op een willekeurig
moment is er wel iets zichtbaar, een zee van zand trekt over het landschap, we
vliegen boven een zandstorm. Een langzaam voortbewegend monster dat in een
kolkende beweging de grond doet veranderen in hermetische lucht.
De stewardes komt een praatje maken, we zijn de enige twee Nederlanders op deze vlucht. Ze neemt plaats in het gangpad en verteld over affaires die soms plaats vinden tijdens dit werk.
De stewardes komt een praatje maken, we zijn de enige twee Nederlanders op deze vlucht. Ze neemt plaats in het gangpad en verteld over affaires die soms plaats vinden tijdens dit werk.
De aankomst op
Lagos airport is minder heet en drukkend dan verwacht, het was zelfs warmer in
Istanbul. De airport lijkt zoals jaren geleden ook al waargenomen in een voortdurende
staat van renovatie. In de gangen staan metershoge airconditioners op de
betegelde vloer water te lekken. We staan vooraan in de rij bij de douane en achter
ons loopt het langzamerhand voller met mensen. De typerende gebiedende taal van
de Nigerianen voelt vertrouwd aan: ‘Stand here’, ‘Go behind this man!’, ‘Is this your wife, she must go there!’,
en zo sta ik alleen voor het laatste tafeltje met 2 paspoorten in mijn handen.
Achteraan de rij ontstaat opeens tumult, een man is onder dividers door geklommen en
foetert iemand uit om ombekende redenen. Vrijwel alle
douane beambten menen er goed aan te doen hun post verlaten en mengen zich in
het geschil.
Buiten de airport
worden we verwelkomt door Becky, zij is zelf net aangekomen uit Benin City en we
delen een carservice naar Lagos. Het is een complete chaos waar we wachten.
Auto’s schuiven langzaam voorbij. Er wordt luid getoeterd, sommige mensen
geloven nog in het nut van toeteren tegen stilstaand verkeer. Een kleine man maakt zich druk door het verkeer
voor ons ‘te regelen’. Breedarms maakt hij vooruitgaande bewegingen naar de vastzittende jam. Het is als schreeuwen tegen een dove man.
Pas twee uur
later rijden we op Lagos Island. Hier is het rustig. In de eerste bocht waar we
jaren geleden zo vaak zijn geweest staan nu nauwelijks meer auto’s. De weg is
vrijwel leeg en er rijden veel minder gele busjes dan in mijn herinnering. Het
is inmiddels laat in de avond en dit geeft een vertekend beeld van de stad. Het
weerzien voelt echter vertrouwd aan, de vuurtjes langs de weg, de geluiden, het
geroep van mensen, de chaotische rijstijl op de weg.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten