maandag 9 maart 2009

Verlangen


Een man zit tegenover mij in de trein met gesloten ogen. Hij luistert naar muziek via zijn telefoon en tikt zachtjes het ritme mee op zijn tas. Hieruit steekt een donkerrode paraplu. Een kleine melodie ontsnapt zachtjes aan zijn mond.
Hij is een forens die iedere morgen zijn gezin om 7 uur achterlaat. Daar thuis is hij een toegewijd vader die makkelijk zijn rol heeft aanvaard als hoofd van de familie, maar het is ook daar thuis waar hij zichzelf een beetje is kwijtgeraakt. Iedere morgen vertrekt hij fietsend richting het station van Dordrecht en hervind dan langzaam het contact met zichzelf. Hij kijkt graag naar de bouwwerkzaamheden rondom het station. Die omgeving heeft hij al eerder in zijn leven zien veranderen, het doet hem nadenken over de relativiteit van het leven.
Hij denkt aan de keer dat hij met zijn geliefde reisde van dit station naar Parijs. Een jaarlijkse vakbeurs was hiervoor de aanleiding, en dit terugkerende evenement bracht hem altijd weer dichterbij zijn vrouw. Op reis voelde hij zich fijn en dichtbij haar, zij deelden dan dezelfde ervaringen. Uren konden zij zonder doel dwalen in het regenachtige Parijs. Zij hadden geen plan of doel nodig, hun samenzijn bracht hen enkelvoudige tevredenheid en vlagen van diep geluk.

Geen opmerkingen: