woensdag 27 augustus 2008
Duduzile
Newtown veranderd in een rap tempo, bijna iedere week zie ik een ander straatbeeld. Oude panden worden gesloopt en ruines worden opgeruimd, er wordt duidelijk gestreefd naar een nieuw imago van dit stadsdeel. Gebouwen worden gerenoveerd en verkocht als luxe appartementen. Dit weekend vind op het centrale plein een groot jazz-festival plaats met een keur aan Zuid Afrikaanse en internationale sterren.
Helaas gaat de stadsvernieuwing ten kostte van de leefomstandigheden van armere mensen. Juist in de marge van de stedelijke planning vinden zij een plek om te verblijven, hoe primitief en onmenselijk ook. De stad heeft hierop geen antwoord en verjaagd deze groepen systematisch zonder naar een alternatief te zoeken.
Een blok verwijderd van mijn atelier is het terrein van een tiental ‘daklozen’. Tussen de puinhopen zoeken zij naar alles van enige waarde. Koper draadjes, blikjes, oud papier, alles wordt verzameld. De stoep is hun huiskamer en de hoek hun toilet. Sinds een aantal weken ken ik Duduzile, die mij broederlijk groet als ik voorbij kom. Van kartonnen dozen heeft hij een hut gemaakt. Hier bewaart hij zijn spullen, rookt hij zijn dakka en wanneer ik na 2 uur ‘s middags passeer is het borrel uur. Met zijn maten toost hij vanuit de dop met gin. Het is opvallend hoe gastvrij ik iedere keer wordt onthaald om even op zijn emmer te komen zitten. Al ben ik mij bewust van het feit dat ik wel een dak boven mijn hoofd heb benijd ik de inventiviteit van deze mensen. Tegen lunchtijd opent een oudere dame een stoep-winkeltje tegenover Duduzile zijn stek. Ze bakt hier eitjes en heeft een braai. Na zonsondergang kruipen Duduzile en zijn maten bij elkaar rondom een vuurtje.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten