In Kowloon Bay bezoek ik een van de
nieuwste wijken die ik tot nu toe heb kunnen vinden. Een conglomeraat van
hoogbouw tegen de heuvel opgebouwd. Het is 45 minuten reizen vanuit Causeway
Bay, met drie stopovers. Bij iedere wisseling van metrotrein staat de volgende
alweer gereed, vloeiender kan niet. Vanuit de MTR is zelfs een overdekte
loopbrug van minstens een kilometer lang de heuvel op aangelegd om de stromen van mensen naar
de wijk toe te brengen, alles boven het straatniveau waar bussen en auto’s
rondrazen. Aan het einde van de loopbrug vervolgd het voetpad, eerst door een
shoppingmall, dan langs de lager gelegen gebouwen om te eindigen bij een ultramodern
liftgebouw tegen de heuvelrug. Overal waar ik voorbij loop klinken geluiden en
stemmen in het Kantonees, Mandarijns en Engels. ‘Please enter your pin to
access te building’, zegt het gebouw.
Bij de liften stonden gisteren in de spits
nog rijen met mensen en de frequentie van het op en neer gaan was zeer hoog. Vandaag
is het rustiger, het is zaterdag. Veel mensen zijn buiten, maar de sfeer is
anders, gemoedelijker. Mensen lezen de krant, doen Tai Chi, er wordt gesport op
de vele basketbalvelden, die naast ieder gebouw te vinden zijn.
Op het hoogste niveau dat ik kan bereiken
en drie liftgebouwen verder vind ik een standpunt naar beneden. Ik bevind mij
in een biotoop waarin duizenden mensen leven. Ze hebben de stad eigenlijk niet
nodig, alle nodige voorzieningen zijn hier te vinden. Een school op het laagste
niveau, naast de eerste shoppingmall, sportvelden naast iedere flat, kleine
supermarkten op strategische plekken en weer een shoppingmall op het hoogste
niveau. Daarin bevind zich ook een tandarts, een dokter en een community
center. Groene locale busjes staan onder iedere flat klaar om verbinding te
maken met het volgende gebouw. Of met de een volgende compound zoals Choi Hung. Wanneer
er een nieuw busje arriveert dan vertrekt de nog wachtende, met of zonder
passagiers, niks geen tijdsschema.
Ik probeer de biotoop waarin ik me bevind
in beeld te krijgen. Daarvoor klim ik over een hekje om de camera zo dicht
mogelijk bij de heuvelrand te krijgen. De statiefpoten staan in het
struikgewas. Ik ben de enige persoon aan deze kant van de weg, het voetpad
loopt immers aan de andere kant.
Een bewaakster nadert schuifelend en ik
vermoed het einde van mijn actie. De bewaakster heeft een soort scanapparaat in
haar hand en buigt zich naar de hoek van de betonnen muur. Ze scant zichzelf
in, deze hoek heeft ze gehad. Ze draait zich om en vervolgd haar weg, mij laat
ze werken.
Even later kom ik haar aan de andere kant
van het complex opnieuw tegen, in een tuin onder een ander flatgebouw. Ze loopt
naar de achterkant van een tuinhuisje en weer: bliep! Ook deze hoek is onder
observatie genomen, de computer regeert de bewegingen van de mens.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten