vrijdag 6 april 2012

In memoriam Frits Smits


Afgelopen woensdag bracht ik de middag door met Frits. Het werd onze laatste middag samen. In De Pont in Tilburg stonden we voor het schilderij ‘Het laatste avondmaal’ van Marlėne Dumas. Wat een goede kunstenaars is dat toch, vond Frits. Zijn laatste avondmaal kwam erdoor ter sprake, Frits verkoos de stilte. Een geruisloos vertrek als interlude naar zijn laatste reis. Geen groots afscheid, maar een intieme sfeer.
In het bos onder Tilburg dronken we nog een monnickenbier. Het tweede glas bleef onaangeroerd achter. Hij wilde niet meer dronken worden. Zijn gedachten vroegen alles in het moment. Samen eten zat er niet meer in, geen honger, een protesterende maag. Spaarzaam waren de bespiegelingen, hoe het zou zijn in een verzorgingshuis. Dan draaide hij zijn gezicht naar mij en zei met geëmotioneerde stem: “maar zo kan ik toch niet leven, ik ben Frits niet meer”. De tranen spoten uit zijn gezicht.
Terug in Rotterdam verbaasde ik mij over zijn routine, hek door, hek dicht, op slot, deur door, deur dicht, op slot. Steeds de goede sleutel. Niet bepaald de routine van een teruglopende geest.
Met een diepe omhelzing en van huilen schuddende buiken tegen elkaar namen wij afscheid. Een goede reis wenste hij mij en ik bedankte hem voor zijn vriendschap, die jaren heeft mogen duren. De volgende dag belde hij onverwachts weer op. Een helder en toch verwarrend gesprek. Kennelijk was het nodig om elkaar nog een keer te spreken, te bedanken, elkaar een goede reis te wensen. Frits naar de eeuwigheid en ik naar Hong Kong.
Vanmorgen vertrok hij definitief, rond half 10 in de morgen op een zonnige dag. Naar verluidt in rust en vrede, onder het genot van zijn laatste grapjes.
Terwijl ik fiets in datzelfde moment klinken kerkklokken, het is goede vrijdag. Rond half tien heffen we met vrienden het glas. Op Frits Smits, onze vriend, de levensgenieter, de kunstconsument, de filmkenner, de geliefde van Emmy, de vader en de opa. Zijn passie voor het leven was ongekend. Zijn liefde voor de kunst ongeëvenaard. Frits was altijd aanwezig, bereisde stad en land voor de kleinste tentoonstelling. Iedere maandag zagen wij elkaar tijdens de film. Die avond doopte hij om tot de Genever Conventie.
Zijn sterfdag was eigenlijk te mooi. Daags ervoor grapte hij in bittere humor dat de druilerige grijze dag de perfecte sterfdag zou zijn geweest. Het mocht niet zo zijn, in zijn bedekte optimisme laat hij ons achter.

Geen opmerkingen: