dinsdag 16 november 2010

Parijs




Mensen warmen zich in het lage zonlicht. De omroeper groepeert de vertragingsberichten. Die van de vorige Thalys is opgelopen tot meer dan 50 minuten, de andere zou over 5 minuten komen. Een oude liftschacht staat in het nieuwe beton, borden met de kleur geel overheersen. Het spoor loopt vol en spoorwijzigingen zorgen voor chaos in de naderende spits. De weg naar Parijs is nog lang.

woensdag 10 november 2010

Het nieuwste land


Vandaag mag ik doorrijden bij de poort, eerdere bezoeken waren onder begeleiding. Het verkeer om mij heen is een aantal maten groter, voorzichtigheid is gepast. De tweede Maasvlakte is al voorzien van een verharde weg. Mijn auto glijdt eroverheen. Links wordt een serviceweg voorzien van asfalt. Allemaal tijdelijke voorzieningen. Ook de drie dijken zijn tijdelijk, slechts een aanloop naar de nieuw te bouwen zeewering. Er ligt inmiddels meer dan 170 miljoen m3 zand in dit gebied. Gestort in ongeveer 1 1/2 jaar. Dat is 100 keer de kuip tot de rand gevuld met zand.

woensdag 3 november 2010

Mine Dump



Een mine dump is een kunstmatige berg gemaakt van ultra fijn gruis, het gevolg van het zoeken naar goud in goudmijnen. Het gruis -zand is het nauwelijks te noemen, zo fijn is het- wordt opgehoopt op braakliggende terreinen. Rondom Johannesburg wordt het landschap gekenmerkt door deze kunstmatige bergen. Onlangs is ontdekt dat door nieuwe raffinatie technieken nog steeds goud gehaald kan worden uit het ogenschijnlijk waardeloze afval. Daarna wordt het gruis weer terug gebracht in de goudmijn en verdwijnt de berg.
Ik sta op een minedump, het idee is om bij het kunstlicht van de avond het goud te suggeren in een foto. Spel met de scherpte helpt daarbij, het scherptevlak leg ik onder mijn voeten, waardoor de nadruk van de foto op de gouden gloed komt te liggen.
Bovenop de minedump tref ik sporen van hutten aan, alleen in brand gestoken. Vermoedelijk werd de vlakte bewoond voordat de landbezitter de boel liet wegbranden.
Uit de struiken nadert de silhouet van een man. Deze klimt de berg op en loopt richting de camera. Ik wacht af, maar bemerk een lichte onzekerheid. Ik besluit de rollen om te draaien en roep met duidelijke stem een groet naar beneden. Dat maar duidelijk mag zijn dat ik er ben en de situatie overzie. De man loopt bijna tegen de camera aan terwijl de sluiter open staat. Dan passeert hij en lijkt weinig verbaasd dat ik daar sta te fotograferen. Alsof we elkaar passeren op straat, zo normaal lijkt het.
(details van het werk hier)