maandag 3 september 2012

Data Reset



Een aantal jaar geleden maakte ik het fotowerk ‘Data’ in Lagos. Met deze titel wilde ik verwijzen naar de wijze waarop we steden herkennen zonder er ooit te zijn geweest. De gele danfo’s en de voortdurende verkeersopstoppingen zijn bijna onderdeel van ons collectieve bewustzijn, zoals de Empire State Building onvermijdelijk New York in herinnering roept.

De gefotografeerde locatie van ‘Data’ is het laatste klaverblad voor de Third Mainland Bridge. Destijds was dit een plek waar oude olievaten werden opgeknapt, recycled en verhandeld. Andere restplekken rond snelwegen werden niet lang geleden nog gebruikt, meestal voor vuilnis opslag, verbranding en recycling. Vandaag de dag zijn veel van deze plekken veranderd in parken, op de meest vreemde plaatsen in de stad kom je ze tegen. Een gevolg van het Beautification Project van Gouverneur Fashola.
Vandaag rijden we naar de plek waar de olievaten vroeger lagen. In gezelschap van Joel Benson, die een documentaire maakt over mijn project in Lagos.  

Wanneer we op de brug stoppen worden we vrijwel direct opgemerkt door onder de brug wonende Area Boys. Een jongen verschijnt naakt van onder de brug vandaan, waar hij staat te douchen onder een jerrycan. Het duurt niet lang voordat een groepje ons op de brug heeft gevonden. De tam tam werkt hier verbazingwekkend snel.
Toch hangt er een spanning die niet goed voelt, we hebben rust nodig om te kunnen werken. We besluiten bescherming te gaan zoeken. Niet ver van deze plek, stad inwaarts, vinden we mannen van het Anti Robbery Squad. Ze zien er gevaarlijk uit, met kogelvrije vesten en machine geweren. We onderhandelen over de prijs om ons een half uur lang te beschermen. Passanten mengen zich in de onderhandelingen en een Area Father wordt er zelfs bijgehaald. Hem wordt gevraagd zijn jongens rustig te houden, of beter, afwezig. Er wordt gesproken over geld. 50000 Naira (250 euro) wil de police officer hebben om een wagen met zijn mannen mee te sturen. We bieden hem een tiende van dit bedrag. Nog steeds veel te hoog voor 30 minuten louter aanwezigheid. Maar de fotolocatie is perfect en moet worden benut. Aan een half uur hebben we genoeg. 

Het duurt vrij lang, het bedrag dat we boden is niet genoeg, impossible zelfs. We wachten af en spelen het spel mee. Onze bluf werpt zijn vruchten af.
Een uur later filmen en fotograferen we op de brug. Er is geen Area Boy meer te zien. Een geel busje vol zwaar bewapende agenten wacht naast ons. We mogen hen niet in beeld brengen. Dit zou hun sidekick aan het licht brengen.
Dit is Lagos, waar de politie vooral aan hun eigen inkomsten voorziening werkt. 
In de woorden van Femi Kuti: Corruption is our worst enemy.

vrijdag 31 augustus 2012

Werken in Lagos



Het werken in Lagos is geen sinecure. Veel plekken op straatniveau staan onder controle van area boys, jonge straatvechters, die door middel van afpersing en geweld middelen van bestaan vinden. Zij worden aangestuurd door area fathers, wat oudere mannen, die over straten en buurten heersen. Bij het zien van een Oyibo (witte man) vragen zij om geld onder het dreigement de boys erbij te roepen. Om dit te vermijden is een donatie dan de beste optie. Deze is alleen nooit genoeg, er wordt altijd om meer gevraagd. De politie is de controle over deze wijken vrijwel geheel kwijt, hier gelden de wetten van de straat.
Vanuit de auto rijden we langs het paleis van de area king. Hiervandaan wordt de informele wereld van Lagos bestuurd. In de documentaire Law and Disorder in Lagos van Louis Theroux wordt hier een indringend beeld van gegeven.


Om toch enige rust in het werken te vinden hebben we een afspraak op het Ministerie van Interieur. Een zekere Mr. Precious haalt ons op vanuit de receptieruimte. Hij brengt ons naar het kantoor van zijn supervisor, een donker hok van 5 bij 5 meter waar zeker 10 mensen klem tegen elkaar gezeten proberen te werken. Het is ons te doen om een vrijgeleide brief en zekere bescherming. Er volgt een gesprek over de veranderingen in Lagos. His Excellence Mr. Babatunde Raji Fashola is sinds enige jaren de gouverneur van Lagos State. Zijn invloed op het voorkomen van de stad is de laatste jaren goed zichtbaar geworden. Overal heeft Fashola parken aangelegd en hieraan dankt hij zijn bijnaam ‘de gardener'. Het moet gezegd, Lagos oogt hierdoor vriendelijker. Ook al wordt de stad nog altijd gedomineerd door de vele zwarte rookwolken van dieselgeneratoren, de enorme informal settlements, het helse verkeer en de vele kapotte gebouwen. Er zijn nu busbanen aangelegd en er rijden aanzienlijk minder gele busjes. Er zijn riksja’s bijgekomen, die veel minder lawaai maken, desalnietemin blijft het rijden door Lagos het volgen van een snailtrail.
Ondertussen heeft de supervisor ons een brief en een governement auto met chauffeur toegezegd. Zodra onze aanvraag is goedgekeurd zal hij hiervoor zorgen. Het duurt weliswaar nog tot het einde van de week, een aanslag op onze tijd.
Een paar dagen later worden we opgebeld door het ministerie. De aanvraag is ingediend bij het verkeerde departement. We moeten ons vervoegen bij het ministerie van informatie. Het gehele spel kan weer van voor af aan beginnen.


We rijden over de elevated highway in de richting van de 3rd Mainland Bridge. Momenteel is de brug ‘under construction’, waardoor het verkeer weer vastloopt. Onderweg passeren we een gebouw met een bijzonder grid. Een moment om te fotograferen, al moeten we ervoor stilstaan midden op de highway. Mr. Aziz, onze driver, verteld dat het gebouw een police headquarter is. Volgens hem is het beter officiele toestemming voor fotografie te vragen. Maar die tijd hebben we niet, toestemming aanvragen duurt lang, we verkiezen daarom het risico.
Het duurt niet lang voor het mis gaat. Een politieauto stopt voor ons, we zijn vrijwel direct gespot. Vier agenten stappen uit en omsingelen ons, terwijl ik de camera in veiligheid breng. Mr. Aziz had gelijk, we worden aangehouden. Een agent neemt plaats in onze auto om ons naar een bureau te brengen. De politieauto met de andere agenten gaat ons voor. In de auto bellen we verwoed met onze contacten in Lagos. Onze main man Azu, de directeur van de African Artist Foundation, neemt het gesprek per telefoon over. Halverwege de rit stoppen we weer midden op de highway. De hoogste agent in rang spreekt nu met Azu. Het is onduidelijk welke woorden er worden gewisseld, maar de gezichten worden langzaam weer vriendelijker. De hoofdagent maakt nu een amicaal praatje. Hij waarschuwt ons voor wat we hebben gedaan. Met mijn argument dat het maar ramen waren, een volledig abstract detail maak ik geen indruk. Nigeria is immers in staat van paraatheid. De vele aanslagen op christen doelen door de terroristische Boko Haram beweging hebben sporen van achterdocht achtergelaten. 
Het loopt goed af en een uur later zijn we weer op vrije voeten. Telefoonnummers worden uitgewisseld en handen worden geschut. Er wordt nog wat gesproken over Nigeria en Nederland en een van de agenten nodigt zichzelf uit voor een bezoek aan ons thuisland.

zaterdag 25 augustus 2012

Nigeria


Eergisteren vertrok ik uit Istanbul om via een tussenstop van een dag in Nederland naar Lagos, Nigeria te reizen. Op uitnodiging van de Afrikan Artist Foudation zal ik hier werk maken voor het komende Lagos Photo festival.
De laatste keer in Lagos was ongeveer vijf jaar geleden. The collapsed building was destijds het hoofddoel en om dit te fotograferen reisden we zelfs twee keer naar Nigeria, want de eerste fotografie poging was niet geslaagd.

Vliegend boven Afrika is het vrijwel voortdurend bewolkt, een witte verblindende gloed van hard licht, waardoor de raamluikjes veelal gesloten blijven. Op een willekeurig moment is er wel iets zichtbaar, een zee van zand trekt over het landschap, we vliegen boven een zandstorm. Een langzaam voortbewegend monster dat in een kolkende beweging de grond doet veranderen in hermetische lucht.
De stewardes komt een praatje maken, we zijn de enige twee Nederlanders op deze vlucht. Ze neemt plaats in het gangpad en verteld over affaires die soms plaats vinden tijdens dit werk. 

De aankomst op Lagos airport is minder heet en drukkend dan verwacht, het was zelfs warmer in Istanbul. De airport lijkt zoals jaren geleden ook al waargenomen in een voortdurende staat van renovatie. In de gangen staan metershoge airconditioners op de betegelde vloer water te lekken. We staan vooraan in de rij bij de douane en achter ons loopt het langzamerhand voller met mensen. De typerende gebiedende taal van de Nigerianen voelt vertrouwd aan: ‘Stand here’, ‘Go behind this man!’, ‘Is this your wife, she must go there!’, en zo sta ik alleen voor het laatste tafeltje met 2 paspoorten in mijn handen. Achteraan de rij ontstaat opeens tumult, een man is onder dividers door geklommen en foetert iemand uit om ombekende redenen. Vrijwel alle douane beambten menen er goed aan te doen hun post verlaten en mengen zich in het geschil. 

Buiten de airport worden we verwelkomt door Becky, zij is zelf net aangekomen uit Benin City en we delen een carservice naar Lagos. Het is een complete chaos waar we wachten. Auto’s schuiven langzaam voorbij. Er wordt luid getoeterd, sommige mensen geloven nog in het nut van toeteren tegen stilstaand verkeer. Een kleine man maakt zich druk door het verkeer voor ons ‘te regelen’. Breedarms maakt hij vooruitgaande bewegingen naar de vastzittende jam. Het is als schreeuwen tegen een dove man.

Pas twee uur later rijden we op Lagos Island. Hier is het rustig. In de eerste bocht waar we jaren geleden zo vaak zijn geweest staan nu nauwelijks meer auto’s. De weg is vrijwel leeg en er rijden veel minder gele busjes dan in mijn herinnering. Het is inmiddels laat in de avond en dit geeft een vertekend beeld van de stad. Het weerzien voelt echter vertrouwd aan, de vuurtjes langs de weg, de geluiden, het geroep van mensen, de chaotische rijstijl op de weg.

maandag 20 augustus 2012

President Erdogan



De nieuwe metrolijn van Kardikoy naar de buitenwijk Kartal wordt geopend door niemand minder dan president Erdogan. Het plein voor de metro ingang is afgezet met politiehekken en metaal detectoren. Het ziet zwart van de agenten en geheime politie. Daaromheen een laag van oproer- politie, waterkanonnon en sluipschutters. Ik wandel er rustig doorheen met statief en equipment op mijn rug. Niemand die mij vreemd aankijkt. Het afgehekte plein laat ik voor gezien, te veel mensen. Ik ga op zoek naar een hoog standpunt.
Ik vind een hoog gelegen terras aan de overzijde van het plein. Vreemd genoeg is deze plek niet afgesloten noch bewaakt. Beneden bestel ik een blikje kersensap. Wanneer ik betaal met 5 Turkse lira blijkt dit biljet ongeldig te zijn. Ik heb nog meer biljetten in verschillende varianten, allemaal ongeldig. Hoongelach valt mij ten deel en ook boven op het terras is het vreemd dat ik de maaltijd oversla. Het is mij om het uitzicht te doen.
Een gevolg van geblindeerde auto’s bereikt het plein en het Turkse volkslied klinkt door de schelle speakers. Er volgen verschillende toespraken, de ceremonie wordt aangegrepen om de politieke agenda’s te ontvouwen. Na een half uur maakt het applaudisserende publiek mij duidelijk dat het tijd is voor de eregast. Tijd om naar beneden te gaan, wederom een raadselachtige verwarring met de obers, die mij nog een keer willen laten betalen.
Om het plein kon ik eerst nog lopen, nu is dit ook zwart van de mensen. Ik aanshouw Erdogan, die nu op het podium staat, zijn hoge stem heeft iets beklemmends. Er hangen hoog enorme vlaggen met zijn beeldtenis.


Een paar uur later daal ik af in het gloednieuwe station Kardikoy. Het voegsel ontbreekt nog tussen de tegels. De metrotrein komt met beslagen ruiten het perron binnen, de airconditioning werkt nog niet. Drie stations verder hou ik het niet meer vol, zo warm is het. Ik vervolg mijn weg per dolmus. Op zoek naar Varyap Merdian, een gigantisch project in het nog in ontwikkeling zijnde financiële centrum van Istanbul. Het contrast is ongelooflijk, gigantische suburbs zijn geruimd voor dit prestige project.
Om het contrast te vinden moet ik te voet verder, het is een stevige klim. Bezweten en buiten adem vind ik een hoog gelegen stuk braak liggend terrein wat een goed overzicht biedt. Het licht wisselt steeds waardoor ik zeker een uur met de foto bezig ben. Er nadert gezelschap. Veel communicatie is niet mogelijk door de taalbarriëre. Het terrein behoort tot Houssin. Midden op het veld staat een grijze cemente kubus. Houssin houdt er duiven die hij probeert te kruisen. Inmiddels zijn er meerdere mensen polshoogte komen nemen en via de kinderen is enige communicatie mogelijk. De duiven leven in het donker en krijgen dagelijks een uurtje de kans om te vliegen. Een duif cirkelt boven ons en maakt koprollen in de lucht. Na een tijdje ben ik weer alleen. Een groepsfoto van de dorpelingen rijker.

zaterdag 18 augustus 2012

Bosporus City


Het moge bekend zijn, de Bosporus biedt een magische aanblik over Istanbul. Ik maak een heerlijke boottocht van Karakoy naar Kadikoy aan de Aziatische kant. De dagelijkse oversteek voor veel mensen als alternatief voor de bruggen. In Kadikoy wacht mij een witte limo met chauffeur. Ter voorbereiding van een nieuwe fotoshoot heb ik een afspraak met Mehpare Evrenol, een uiterst charmante statige dame, die met het bureau Mimarlar Workshop steeds vaker koerst op grootschalige stedebouwkundige en architectonische projecten. En binnenhuisarchitectuur, voegt zij eraan toe. Terwijl ik de presentatie van het project Bosporus City te zien krijg nuanceert de architect het project. De naam keuze is zuiver editorial, een binnende wens van de projectontwikkelaar. Het is nooit de bedoeling geweest om de Bosporus te kopieren. Bosporus city is een project waarbij delen uit het culturele erfgoed van Istanbul met nieuwe technologische middelen worden gestyleerd en gebruikt.
Het project behelst een in het oog springende woonomgeving, waarbij water de sociale factor is. Het water is zowel vanaf private als publieke plekken toegankelijk. Al is Bosporus City een gated community is het 10.000 inwonenden tellende complex ook voor buitenstaanders beperkt toegankelijk. Dit geheel afhankelijk van de goodwill van de gate keeper. Samen met de top van de staf van Mimarlar nuttig ik vervolgens een voortreffelijke lunch onder de bomen van de aangrenzende tuin. Ik voel mij hun eregast en ben zeer onder de indruk van de gastvrijheid en hulpvaardigheid die mij ten deel valt.  Alles wordt in het werk gezet om mij te helpen bij mijn project.

Een dag later vind de fotoshoot plaats. Ik krijg een tour door een van de salesmanagers van Bosporus City. Deze spreekt al over een geheel andere opzet. Het holiday resort achtige complex zal in volle bewoning ruim 10.000 bewoners tellen. De visie van de architecten en die van de ontwikkelaar blijken niet dezelfde. Er wordt nu wel gesproken van een kopie van de Bosporus. 
Binnen in het salesoffice staat een mock-up van een man, de oprichter van een of andere voetbalclub. Zijn naam is me ontschoten, maar zijn identiteit wordt ingezet om de verkoop te helpen. Celebrity endorcement wordt dit genoemd. Het interieur van de sales office is eveneens ontworpen om toekomstige kopers een vertrouwd gevoel te geven. Naast de enorme maquettes van het project zijn de muren van het tijdelijke kantoor aangekleed met delen uit de Sinan Moskee. Iedereen is er vriendelijk en aan alle comfortwensen is gedacht.
De salesmanager neemt mij mee voor een boottochtje. Deze miniatuur Bosporus is feitelijk een enorm zwembad. Allen wordt het water met chemicalien helder gehouden en zijn er vissen noch vogels. Zwemmen is er zelfs verboden, daarvoor zijn de private pools, aangrenzend aan de duurste villa’s. En een overdekt zwembad voor de minder bedeelden. De bewegingsvrijheid van de individu is gereguleerd. Er zijn bewakers, tourniqueten en slagbomen. Eenmaal binnen het project is de buitenruimte ingericht conform de sociale hierarchie van het terrein.

Aan het eind van de avond wordt ik opgewacht door de project manager en zijn familie. Zij zijn toegesneld om hun buitenlandse gast te verwelkomen en het visrestaurant op het terrein is speciaal voor ons opengehouden. Een geanimeerde avond volgt, waarbij de grenzeloze Turkse gastvrijheid opnieuw wordt genoten. De manager spreekt over zijn droom en noemt zichzelf voortdurend crazy. Dat moet je ook wel zijn om een dergelijke fantasie werkelijkheid te laten worden. Bosporus City is een enclave voor de rijken, met pal ernaast een sociale woningwijk, Toki geheten. Het is moeilijk om een doorzicht hiernaar te vinden teneinde het contrast goed zichtbaar te maken.
Naast Bosporsu City verreist een tweede project, eveneens op het Bosporus concept gestoeld, alleen hier zijn de paleizen de gezichtsbepalende factor. Hier worden slechts 1000 huizen gebouwd, Bosporus City telt er 3000. Een weg doorsnijdt de twee projecten. De architect had het water graag verbonden tot een nog grotere Bosporus, maar dit bleek geografisch te complex. Wat rest zijn twee gated communities die op zichzelf staan en toch zeer veel verwandschap hebben.

Op weg naar Taksim passeren we het aangrenzende Toki complex. Er staan veel taxis voor de deur. De mensen die hier wonen hebben niet allemaal een auto. Laat staan een carwash service aan huis.

donderdag 16 augustus 2012

Autopia





De eerste dag in Istanbul is meteen een goede. Ik ontmoet de beroemde architect Gokhan Avcioglu van het bureau GAD Architecture.  Het bureau is verantwoordelijk voor het Autopia complex in de wijk Esenyurt. Een uur rijden vanuit Teskivye, waar het bureau in een prettig woonhuis kantoor houdt.
Het Autopia complex behelst een toekomstige mall voor automobielen. De zeven meter hoge binnenruimtes bieden een automobile experience. Hier kan binnenkort het gebouw worden binnen gereden op zoek naar een voertuig van uw goesting. Aan de achterzijde van het complex kan voor de deur van een bank worden geparkeerd om een lening of het lease contract af te sluiten. Op weg naar
het dak wordt eerst de foodcourt gepasseerd, waarna een test drive kan worden gemaakt op het speciaal daarvoor ontworpen cirquit. Van bovenaf het meest markante onderdeel van het gebouw, maar van straat niveau nauwelijks zichtbaar.
Het is vreemd om dit complex pal voor voltooing te zien. Alle schaalelementen ontbreken nog, er is nog geen invulling. De coniferen staan nog in potten de wachten op beplanting.

Vanaf een belendend gebouw wordt de omgeving mij duidelijker. We bevinden ons aan de rand van Istanbul. Een kerkhof ligt er nog verlaten bij terwijl de omringende urbanisatie oprukt. Aan de horizon loopt de snelweg richting de Gouden Hoorn en de bruggen over de Bosporus. De eilanden zijn met moeite ontwaarbaar.

De bestuurder van de Landrover die ons na een intensieve fotografie dag onder de brandende zon terugbrengt, laveert behendig door het vastlopende verkeer. Ieder ruimte in het gareel benut hij om toch nog een aannemelijke snelheid aan te houden. Even later rijden we weer harder. Een toolbooth neemt hij met 90 kilometer, waardoor de in slaap gedommelende medepassagiers op slag wakker zijn.

Even later loopt het verkeer weer vast, een politie sirene klinkt achter ons. Wanneer deze ons passeert zien we een gevolg van eveneens zwarte Landrovers. Onze driver bedenkt zich geen moment en sluit zich hierbij aan. Een vluchtpad wordt nu voor ons vrijgehouden, waardoor we de file in rap tempo achter ons laten. Niet voor lang, de politieauto en gevolg buigen naar links af. Nu valt ons hetzelfde lot  van de dagelijkse commuter ten deel en we staan abrupt stil. Het probleem waar Istanbul dagelijks mee kampt is onafwendbaar, 3 miljoen mensen verplaatsen zich van Europa naar Azie. En er komen in de toekomst alleen maar auto's bij.



donderdag 3 mei 2012

Kwai Chung


Terug in Hong Kong in de heuvels, die Kowloon scheiden van Sai Kung. Een beter begrip over de stad is vanuit dit punt niet te vinden. Ik ‘lees’ de stad vanaf deze hoogte en kan de verbanden leggen met plekken waar ik heb gefotografeerd. Hong Kong lijkt opeens heel nietig en eigenlijk is zij ook niet zo groot, het merendeel van de peninsula en het eiland bestaan immers uit natuur.
Er nadert slechts weer, de lucht is zwaar. Het uitzicht veranderd voortdurend.
Het is niet het meest vanzelfsprekende standpunt voor een fotoshoot meldt Keith, niemand is geinteresseerd in de achterkant van Kowloon. Met alleen governement housing in de voorgrond zijn alle belangrijke landmarks nauwelijks meer herkenbaar in de achtergrond. Maar het is de abstractie waar ik naar streef. Ik probeer uit te leggen dat de voorgrond van Hong Kong mij te veel op een postcard lijkt en ik op zoek ben naar dat ene ongrijpbare moment dat ik soms niet van te voren kan verzinnen. Die ene verassing, het samenspel van omstandigheden die kunnen leiden tot het nietige gevoel over de stad. Zelfs het wazige uitzicht dat vandaag het geval is komt mij daarbij goed uit.

We hebben een driver gehuurd, een aangename man die zich Like noemt (spreek uit Lai). Hij is de baas van het verhuurbedrijf en kent Hong Kong area tot in de details. Hij weet alle kleine weggetjes moeiteloos te vinden en maakt U turns op de meest onverwachte plaatsen. Alle andere drivers maakten de afgelopen dagen overuren, waardoor hij de job zelf op zich heeft genomen.
Like heeft duidelijk plezier in de dag, hoe kan het ook anders met zo’n naam. Hij is van enorme meerwaarde bij het fotografie-proces. Hij is zijn roeping als assistent misgelopen, steeds snelt hij voor mij uit om het statief op te zetten, pakt de lenzen aan als ik wil wisselen. Ik moet wennen aan zoveel luxe. Soms geeft hij een tip, ‘klim over dat muurtje, dan staat die boom niet meer zo op de voorgrond’, alles in non-verbale communicatie. Like was ooit een camera boom operator voordat hij dit bedrijf begon.

Het statief was mijn trouwe vriend de afgelopen weken. Dagelijks liep ik ermee door de stad, de metro, de minibusjes, de taxi’s. Soms liep ik even zonder en voelde me dan bevrijdt. Soms voelde het als een zwaarwegend gevaarte, als een blok aan mijn been. Het statief was ook meestal de reden voor minder aangename confrontaties. Zonder statief is het maken van een foto nauwelijks een probleem, maar voor het geuniformeerde gilde is het vaak de katalisator voor autoritaire actie.

Zo fotograferen we later op de avond vanaf Kwai Chung Estate. De avond verloopt met veel geluk. Steeds wanneer we van locatie veranderen vangt het regenen even aan, steeds wanneer we ergens anders beginnen verschijnt de maan en houdt de regen op. Het beeld dat ik zoek heb ik daags ervoor gezien in Lai King op lagere hoogte. Toen miste ik de diepte in het beeld, het verband was nog zoek. De urbane hub, die zich vertikaal beweegt om horizontaal te kunnen functioneren. Zo bewegen alle verkeerslagen door de stad, voor alles een eigen afgebakende ruimte, iedere centimeter wordt benut.

Ik maak een grapje over de bewaker, die inmiddels is verschenen en ons op veilige afstand observeert. Keith merkt op dat hij ons niet durft te komen storen, het is drie tegen een. Nog geen minuut later staat zijn supervisor naast ons. De man is kort van stof en ontbrandt al snel in een dispuut. Weer is het statief de aanstootgevende factor. Hij verklaart het social housing project waar we ons bevinden tot privaat terrein waar niet mag worden gefotografeerd. Ik hoor aan de toon van zijn stem dat hij boos is, al versta ik zijn woorden niet. Keith gaat nog een stapje verder en gaat de discussie aan, voor hem is het bijna persoonlijk, dit is ook zijn stad. En hij heeft gelijk, want we zijn niet tot last, we komen geruisloos en gaan in stilte weer weg. De supervisor kan niet anders dan ons laten. Totdat een schoonmaker verschijnt, duidelijk gestuurd om ons weg te krijgen. Hij wil de vloer moppen, juist op de plaats waar wij staan. De opname is inmiddels gemaakt en lachend vervolgen wij onze weg.

maandag 30 april 2012

Checkerboard


Reizend fotograaf Marco van Duivendijk bracht mij in contact met Ester, een consultant die vanuit de visie van urban planning en cultural heritage werkt in de steden Hong Kong en Hanoi. Vanuit haar bedrijf Urban Discovery organiseert zij walkingtours voor groepen met als doel een beter begrip te ontwikkelen over de stedelijke omgeving. Wanneer ik haar ontmoet spreken we over tal van zaken in het leven van Hong Kong. De competatieve maatschappij die deze stad kent ziet zij als een grote druk op de levens van mensen. Het feit dat veel urban planning louter profit gericht is en van weinig besef getuigd over het welzijn van de stad is voor haar een drijfveer om haar idealistische werk te doen.
Ester geeft mij tips over gebieden in de stad, die voor mijn project bruikbaar kunnen zijn. Terloops komt het checkerboard van Kai Tak Airport ter sprake. Na mijn laatste zoektocht was ik in de veronderstelling dat deze na de sluiting is weggehaald, maar Ester laat mij zien dat het schaakbord er nog is. 
Ik ben nog steeds gefascineerd door het verhaal van de befaamde checkerboard landing, waarbij piloten destijds de laatste bocht richting landingsbaan konden inzetten na visueel contact met het schaakbord.

Voorzien van een kaart neem ik die middag afscheid van Ester om het schaakbord te gaan zoeken. De heuvel die ik in de eerste dagen van mijn verblijf vond bleek de juiste te zijn, alleen de richting was precies de andere kant. Vliegtuigen vlogen aan vanuit de zee richting en namen bij het zien van het schaakbord de bocht rechtsomkeert.
Een uur voor zonsondergang arriveer ik bij de heuvel in de buurt van Lok Fu, voornemens een foto te maken van de 'cockpit view' richting de landingsbaan. Mijn plan is een foto te maken zo dicht mogelijk bij het checkerboard, misschien niet helemaal accuraat, maar wel tot de verbeelding sprekend. Vanuit dit perspectief hoop ik de inmiddels verrezen hoogbouw die destijds onmogelijk was, maar na de sluiting van de luchthaven spaarzaam op gang is gekomen, in beeld brengen.
Achter een hoog flatgebouw vind ik een tijdelijke steigertrap de heuvel op. Deze behoort tot een bouwplaats waar werkers de heuvelwand van een betonnen laag voorzien, een veel toegepaste cultiveringstechniek in Hong Kong. De bouwvakker aan de voet van de trap laat me schouderophalend door tot een van de hoogste trappen ooit beklommen. Later snap ik zijn meegaandheid, de trap leidt tot een hek van twee en halve meter, afgetopt met prikkeldraad, een dead end. Er is nu geen keus meer, een point of no return, de zonsondergang heeft al ingezet, ik moet over het hek zien te klimmen. Ik volg het hek door de bush en kom uiteindelijk een boom tegen die als opstapje kan dienen om over het prikkeldraad te komen. De betonnen paal is geknikt in de goede richting, maar het verloopt niet zonder moeite, met geschramde armen en benen bereik ik de andere kant van het hek. De spanning neemt toe, ik ben er bijna, ik zie de sportvelden beneden mij, die ik herken van Google Earth. Dan opeens boven mij een gehavend schaakbord, een rood wit reliëf van groot formaat. Het is nog geen foto, maar ik ben er bijna, nog even klim ik door en sta dan buiten adem bovenop het checkerboard, het uitzicht over de stad en het smalle randje waarop ik sta doen mij duizelen. Dit is wat de piloten ooit in een flits zagen. 
Er klinken helicopter geluiden boven mij, het is spannend, dit is verboden gebied. Ik heb last van hoogte vrees en de spanning van het moment. Ik kan niet al te lang de tijd nemen voor de fotosessie, de weg naar beneden is nog lang en ik heb nog licht nodig deze terug te vinden. Het moment van fotograferen is spannend, maar een miezerbui steekt op, de duisternis zet in. De wind kan mij parten spelen, ik kan alleen maar de risico's voor lief nemen.
De weg terug blijkt eenvoudiger dan verwacht, wanneer ik plotseling een lantarenpaal zie, er loopt een pad onder mij. De route die ik koos om hier te komen bleek de weg van de meeste weerstand en op de terugweg sta ik na een 5 minuten weer in de bewoonde wereld. Geen hekken, geen stijlen afdaling, enkel het paadje dat leidt tot een joggerpad. 

Guanzhou



Op de gang van de negende etage van het Star Hotel staat een meisje in uniform achter een desk. Ze staat er te staan, zij waakt over de etage. Op iedere etage van het hotel staat zo’n meisje. Het Star Hotel is gelegen in de buurt van het Guanzhou East Railway Station. Het is bijna een ironische naam voor een hotel waar het muf en naar disinfectant ruikt, waar de gangen maar net 2 meter hoog zijn en de meeste restaurants die het gebouw kent gesloten zijn. 
Op weg naar mijn kamer tref ik op de verdieping steeds hetzelfde meisje, ze rekt zich uit vanachter haar desk, alsof ze zich wil geruststellen dat ik mijn kamer binnen ga. Bij het verlaten van de kamer spoedt zij zich naar het lift portaal om de knop in te drukken voor ik dat kan doen. Dan staan we in de wachttijd oog en oog en wisselen ongemakkelijke blikken uit. Ik probeer soms aardig te zijn, how are you, of there you are again! Zinnen die niet tot haar vocabulaire behoren. Bye bye gelukkig wel en het doet haar duidelijk plezier om mij te zien vertrekken, ze wuift me op een kinderlijke manier na.

Ik ben in Mainland China en dat verschil met Hong Kong is aan alles merkbaar. Goed, Hong Kong behoort inmiddels tot het Chinese rijk, toch is Hong Kong in alle opzichten moderner, de mensen lijken meer ontwikkeld. In Hong Kong is meer individuele vrijheid, er is Facebook, Youtube en Twitter, in  China verboden. In Guanzhou wordt geschreeuwd - op straat, in de metro- de mensen dringen voor, duwen zichzelf ertussen. Opvallend zijn de vele uniformen, op de hoeken van straten, de liftwachtruimtes, bij parkeerplaatsen of in metrostations. Mensen met de meest vage functies zien er uit als officieren van de hoogste rang.
Guanzhou is de hoofdstad van het oude Kanton, gelegen aan de Pearl River delta. De Nederlandse architecten Mark Hemel and Barbara Kuit ontwierpen de spectaculaire Guanzhou Tower, met zijn 600 meter een van de hoogste gebouwen ter wereld. Het IFC aan de overkant van de Pearl River staat met zijn 437 meter ook op dat lijstje. In Hong Kong staan ook twee gebouwen van dezelfde machtige company, een op Kowloon, het IFC en recht er tegenover op Hong Kong Island het IFCC.
Voor het IFC in Guanzhou staat een monstrueuze gouden sculptuur van blinkend goudkleurig koper. De grauwe grijze hemel staat op het punt open te breken, de dreigende lucht lijkt te weerspiegelen in het goud. Ik probeer te schuilen in het IFC gebouw als het onweer losbarst. Mijn statief trekt de aandacht van het bewakingsvolk. Wanneer ik de roltrap omhoog neem in een poging een beter uitzicht te vinden klinken om mij heen commando’s om mij te volgen. Versterking wordt mij nagestuurd naar de voorts lege verdieping waar echt geen kwaad kan geschieden. Inmiddels zwelt de hoosbui aan en het is buiten groen-donker.
De nieuwe underpass onder de drukke weg voor het IFC blijkt te zijn dichtgemetseld, een tegenstelling die ik fotografisch kan gebruiken. Al heb ik de opname een uur eerder bij daglicht nog gemaakt trotseer ik het slechte weer nogmaals voor dit spannende licht. Het duurt maar vier minuten, ik ken de compositie inmiddels, toch is dit voldoende om doorweekt te raken. Bij het stoplicht schuil ik onder een boom, zinloos en weerloos. Een meisje komt naast mij staan en deelt haar paraplu met mij.

maandag 23 april 2012

Glourcester Road


Na bijna twee weken continu werken was er gisteren een kleine energie inzinking. Het werd voelbaar in Aberdeen, een havenplaats aan de zuidzijde van Hong Kong Island. Met bus 72 te bereiken door een lange tunnel. De stad oogde grauw en het aangename haventje met de pittoreske bootjes maakte me te ontspannen, waardoor de vermoeidheid een kans kreeg. Een groep Chinese touristen uit dezelfde bus bleef me achtervolgen en overal waar ik heen wilde gaan waren zij ook. Een drastische verandering van richting was noodzakelijk. Bij het beklimmen van het trappenhuis van een naast een kerkhof gelegen bejaardenhuis sloeg de vermoeidheid definitief toe. Het werd een drukkend warme dag, een dag om de avond eens een keer voorbij te laten gaan. Niet om het minst omdat een harde wind was opgestoken, die maakte fotograferen met lange belichtingstijden toch al vrijwel onmogelijk.

De volgende morgen kreeg ik een gouden tip. Vriend Keith wees me op een dak aan Glourcester Road, een smal business pand van 22 verdiepingen. De bewaker zou naar zijn zeggen ‘laidback’ zijn en eenmaal op de hoogste verdieping was het trappenhuis inderdaad makkelijk te vinden. Een lift als in de film bracht mij boven. ‘Liftbuttons are sanitised twice a day’, stond er met een vies vergeeld plakbandje op de muur, een overblijfsel uit de ‘sars tijd’ van begin 2000. Het besef hoe bacterieen zich verspreiden is op veel plaatsen zichtbaar. ‘Spitting spreads germs’ staat er soms op borden, terecht opgemerkt.
Bovenop het dak met nog geen 20 vierkante meter ruimte, staat een onwerkelijk grote billboard van een Sanyo reklame. De constructie gaat ver buiten het pand door, het dak geldt slechts als fundatie. Blauw moet de kleur in de avond zijn, ik herken het object van straatniveau.
Helaas is de muur om het ingekropte gebouw te hoog om een statief neer te zetten. De enige foto die ik wil maken is bijna loodrecht naar beneden. Het moet los uit de hand, niet mijn favoriete houding met de gapende diepte onder mijn vizier. Het is een beeld is echter onwaarschijnlijk mooi, te zien is waar vuilnis tijdelijk blijft in de beperkte ruimte van Hong Kong, vanaf straat niveau totaal onzichtbaar, maar vanuit dit standpunt een bijna hilarische observatie.
Het werk ‘Dump’, dat ik in Shanghai, maakte refereert er een beetje aan.

zaterdag 21 april 2012

Kowloon Bay


In Kowloon Bay bezoek ik een van de nieuwste wijken die ik tot nu toe heb kunnen vinden. Een conglomeraat van hoogbouw tegen de heuvel opgebouwd. Het is 45 minuten reizen vanuit Causeway Bay, met drie stopovers. Bij iedere wisseling van metrotrein staat de volgende alweer gereed, vloeiender kan niet. Vanuit de MTR is zelfs een overdekte loopbrug van minstens een kilometer lang de heuvel op aangelegd om de stromen van mensen naar de wijk toe te brengen, alles boven het straatniveau waar bussen en auto’s rondrazen. Aan het einde van de loopbrug vervolgd het voetpad, eerst door een shoppingmall, dan langs de lager gelegen gebouwen om te eindigen bij een ultramodern liftgebouw tegen de heuvelrug. Overal waar ik voorbij loop klinken geluiden en stemmen in het Kantonees, Mandarijns en Engels. ‘Please enter your pin to access te building’, zegt het gebouw.
Bij de liften stonden gisteren in de spits nog rijen met mensen en de frequentie van het op en neer gaan was zeer hoog. Vandaag is het rustiger, het is zaterdag. Veel mensen zijn buiten, maar de sfeer is anders, gemoedelijker. Mensen lezen de krant, doen Tai Chi, er wordt gesport op de vele basketbalvelden, die naast ieder gebouw te vinden zijn.
Op het hoogste niveau dat ik kan bereiken en drie liftgebouwen verder vind ik een standpunt naar beneden. Ik bevind mij in een biotoop waarin duizenden mensen leven. Ze hebben de stad eigenlijk niet nodig, alle nodige voorzieningen zijn hier te vinden. Een school op het laagste niveau, naast de eerste shoppingmall, sportvelden naast iedere flat, kleine supermarkten op strategische plekken en weer een shoppingmall op het hoogste niveau. Daarin bevind zich ook een tandarts, een dokter en een community center. Groene locale busjes staan onder iedere flat klaar om verbinding te maken met het volgende gebouw. Of met de een volgende compound zoals Choi Hung. Wanneer er een nieuw busje arriveert dan vertrekt de nog wachtende, met of zonder passagiers, niks geen tijdsschema.
Ik probeer de biotoop waarin ik me bevind in beeld te krijgen. Daarvoor klim ik over een hekje om de camera zo dicht mogelijk bij de heuvelrand te krijgen. De statiefpoten staan in het struikgewas. Ik ben de enige persoon aan deze kant van de weg, het voetpad loopt immers aan de andere kant.
Een bewaakster nadert schuifelend en ik vermoed het einde van mijn actie. De bewaakster heeft een soort scanapparaat in haar hand en buigt zich naar de hoek van de betonnen muur. Ze scant zichzelf in, deze hoek heeft ze gehad. Ze draait zich om en vervolgd haar weg, mij laat ze werken.
Even later kom ik haar aan de andere kant van het complex opnieuw tegen, in een tuin onder een ander flatgebouw. Ze loopt naar de achterkant van een tuinhuisje en weer: bliep! Ook deze hoek is onder observatie genomen, de computer regeert de bewegingen van de mens.

vrijdag 20 april 2012

Regenseizoen

Deze morgen word ik wakker in een uitzonderlijke stilte. In Nederland zou ik dit nooit stilte noemen, want er klinken altijd de geluiden van de straat, de vrachtwagens, de airconditioners. Maar de afgelopen dagen klonk steeds het geluid van neerdalende regen. Gisteren was die zo hard dat geen enkel orgineel straatgeluid nog hoorbaar was. Inmiddels is de temperatuur weer toegenomen naar broeierig warm, al is het zicht afgenomen. Kowloon aan de overkant is niet te zien, enkel witte mist. Voor dagopnames is het regenseizoen een slechte periode om te fotograferen, maar s’avonds biedt het mij grote voordelen. De mist die dan in de lucht hangt neemt de kleur aan van omringende lampen. De regen die gisteren onophoudelijk neerkletterde deed de straten glimmen en de lichten weerspiegelen, een magische ervaring.

Ik drink lokale coffee in een zijstraatje van Lockhart Road. Chinese meisjes zijn naast mijn tafel in de weer met een nietmachine. Er is duidelijk behoefte aan personal space in deze stad. Achter mij klinkt het onmiskenbare geluid van nagels die geknipt worden. Het zijn andere geluiden dan meestal in de subway te horen zijn.

Gisteren fotografeerde ik noodgedwongen in de stromende regen, tot een uur of 10 in de avond. Ik begon mij zelfs zorgen te maken over de conditie van mijn camera. Natte kleding is voor mij geen probleem, aangezien de temperatuur toch minstens 22 graden is. Maar mijn camera denkt daar na verloop van tijd anders over.

Vanaf een balkon op een hoog gelegen flat van Kowloon Bay had ik een goed uitzicht over een achterkant van Kowloon. De mist was in mijn voordeel, deze kon de overbekende skyline enigszins te maskeren. Helaas waren een aantal belangrijke opnames bewogen onscherp. Een combinatie van lange belichtingstijden en onmerkbare wind. Het overkomt me vaker bij gebruik van een lange lens. Vanavond ga ik terug naar deze plek om de opnames opnieuw te maken.

donderdag 19 april 2012

Kai Tak Airport







Op 6 july 1998 werd de voormalige luchthaven van Hong Kong genaamd Kai Tak Airport gesloten.
De landingsbaan 13/31 stond te boek als een van de meest beruchte en gevaarlijkste landingsbanen ter wereld. Een landing op deze baan was voor zowel piloten als passagiers een adembenemende ervaring, vaak zelfs met dramatische gevolgen. Om een landing op Kai Tak International Airport tot een goed ten einde te brengen moesten piloten eerst vanuit de zee-richting recht op het dicht bevolkte Kowloon afvliegen. Een gigantisch rood wit schaakbord op een heuvel markeerde het keerpunt waar de vliegtuigen op zeer lage afstand tot de bebouwing een bocht van 90 graden moesten maken om zo nog verder te dalen en uiteindelijk het vliegtuig te landen op de peninsula van de landingsbaan. Passagiers claimen tijdens de landing het flikkeren van de televisies in de woningen en de was buiten de ramen vanuit het vliegtuig te hebben waargenomen.

Aangezien Hong Kong vaak in nevel of mist gehuld is spreekt het voor zich hoe gevaarlijk de landingen op Kai Tak Airport konden zijn. In totaal vonden zeker 12 grote ongelukken plaats met in totaal ongeveer 203 doden en talrijke gewonden. Op 9 maart 1978 ging een vliegtuigkaper aan boord van een Boeing 737 van China Airlines, deze kaping duurde ruim 24 uur en resulteerde in de dood van de vliegtuigkaper.

Ik ga op zoek naar de heuvel waar het rood witte schaakbord moet zijn geweest. Niemand kan mij vertellen of dit object er nog is. Het moet gigantisch van formaat zijn en voor mij een interessant onderwerp voor een foto.

Mijn vriend Keith kent de heuvel en stelt voor het te onderzoeken. Helaas lijkt het schaakbord inmiddels
verwijderd, we kunnen het niet meer vinden. De heuvel is nu een park en ligt er vredig bij. De gedachte dat zoveel angstzweet heeft gevloeid met deze heuvel in het vizier intrigeert me.

Ik doe onderzoek naar de wijk achter de heuvel, eerst het park waar vroeger Kowloon Walled City heeft gelegen en meteen daarachter Kowloon City. Opvallend is de laagbouw van de wijk. Hier en daar een detonerend gebouw, recente hoogbouw, die ten tijde van Kai Tak Airport nooit mogelijk zou zijn geweest, simpelweg omdat piloten onmogelijk tussen hoge  gebouwen door hadden kunnen navigeren.

De hoogbouw die we aantreffen is wanstaltig, zoals de leegstaande lot ter grootte van slechts een apartement. Kennelijk voor de projectontwikkelaar reden genoeg om een stapeling te maken van minstens dertig verdiepingen. Hierbij totaal geen rekening houdend met de harmonie van het straatbeeld of de wijk.

We vinden de oude overpass die de snelweg heeft verbonden met het voormalige Airport gebied, een
cut off highway, die ik al vaker in andere landen heb gefotografeerd. Kai Tak is nu een braakliggend terrein met aan de overkant van het water de skyline van Hong Kong Island. Het terrein is inmiddels veranderd in een wir war van bouwvoorbereidingen, vrachtauto’s, bulldozers en hopen zand. Het voormalige Airport Hotel langs de snelweg heeft inmiddels een nieuwe naam gekregen, ‘The Regal Orient Hotel Kowloon’. Destijd het enige airport hotel, immers hotels genoeg, de luchthaven lag midden in de stad en Tsim Sha Tsui, de touristische wijk van Kowloon, was slechts een taxirit van hoogstens 10 minuten verwijderd.

Een straat verder komen we nog een laatste overblijfsel tegen uit de vervlogen tijd, de Airport Pub, met nog steeds Guiness bier op de tap.


dinsdag 17 april 2012

System Revisited



Ik bezoek plekken waar ik vorig jaar eerder heb gefotografeerd. Waren mijn overwegingen de juiste, wat is er tussentijds veranderd? Kan ik de weg nog terugvinden naar beelden die in een jaar tijd in mijn hoofd een eigen leven hebben gekregen?
De tunnel in de buurt van de Central Ferry Terminal was vorig jaar nog een gigantische open bouwput, het beton dat werd gegoten leverde een perfecte symmetrisch tableau. De schaal was onmenselijk groot en nu, een jaar later, ligt de put dicht, geel zand erop en gereed voor een toekomstig park.
Ik vind het steegje terug van de foto ‘System’ in Wan Chai. Vorig jaar in zacht zonlicht gefotografeerd vormde dit contrast de juiste beeldspanning. De chaos van pijpleidingen waarbij de vraag ontstaat hoe dit in functie kan blijven. Vandaag ligt de locatie er heel anders bij in het grauwe licht van deze regenachtige dag. Er staat een bamboo steiger tegen de muur. Kennelijk is een deel van de afvoerconstructies aan reparatie toe. Mooier had het verschil met de eerdere foto niet kunnen zijn.

maandag 16 april 2012

Heavy showers


Tijdens de eerste opnames in Central valt op hoe vochtig de lucht is. De camera delen van glas beslaan, waardoor in de zoeker slechts mist te zien is. Het duurt een half uur voordat de camera hieraan is gewend.
In de metro klinkt de voorbode, de omroepstem waarschuwt in Kantonees en Engels voor een gevaarlijke slippery floor due to heavy showers. Buiten gekomen druppelt het een beetje, al is het maar voor kort. Binnen een paar minuten ben ik drijfnat. De regenhoes om mijn camerarugzak komt nu goed van pas. Fotograferen is opeens niet meer zo aantrekkelijk.
De stad is om 4 uur pm al donker en de neonlichten schieten aan. Gezichten onder paraplu’s kijken naar beneden. Het straatplaveilsel van Hong Kong is gevaarlijk glad. Gedurende de nacht die volgt breekt de hemel los en klinkt aanhoudend gedonder in de lucht. De volgende morgen is het uitzicht gebleekt, de horizon verdwenen. Mijn dag zal een zoektocht worden naar de vele overdekte paden die Hong Kong rijk is.

zondag 15 april 2012

Vliegen


Vliegen met Cathay Pacific is aangenaam voor zover vliegen dat kan zijn. Het blijft immers een ervaring van langdurig bij elkaar opgesloten zijn in een kleine slecht geventileerde ruimte. Niet dat Chinesen zo groot zijn, maar toch hebben de stoelen bij Cathay een redelijke afstand tot elkaar.
Naast mij zitten twee oudere vrouwtjes, het zouden zussen kunnen zijn. Tijdens de reis vangt de vrouw naast mij een glimp op van mijn beeldscherm, precies op het moment dat een vrijscene zich voordoet. Ze verteld het aan haar zus en opeens zie ik twee gezichten naar mij gericht en lachend wijzend, alsof het om een pornofilm gaat. Mijn buurvrouw wil nu ook televisie kijken. Het onboard entertainment system begrijpt zij alleen niet en ik probeer haar uit te leggen hoe de navigatie tussen de keuze mogelijkheden in zijn werk gaat. Maar steeds komt de vrouw bij mij terug wanhopig met de afstandsbediening schuddend. Het komt er op neer dat ik steeds bepaal waar zij naar kijkt, de vrouw kan niet duidelijk maken wat ze wil zien. Ik zet daarom steeds aziatische soapseries voor haar op, of iets wat daarop lijkt, ik weet het ook niet. Haar gezicht is op tien centimeter van het beeldscherm. Ze lijkt langs de personages op tv te willen kijken, het beeldscherm met beide handen vasthoudend, alsof ze in het beeld wil stappen. Haar buurvrouw heeft de televisie al opgegeven en houdt zich slapend. Televisie is duidelijk geen dagelijks fenomeen in hun leven.
Ook de toilet is voor de vrouw een aparte ervaring, zij doet consequent de deur niet op slot. Schermutselingen met de klapdeur tot gevolg met mede passagiers die het bordje op ‘vacant’ zien staan. Ik zie door de vrijkomende kier hoe mijn buurvrouw zich met de broek op haar kniëen schrap zet om de deur aan haar kant dicht te houden.

vrijdag 6 april 2012

In memoriam Frits Smits


Afgelopen woensdag bracht ik de middag door met Frits. Het werd onze laatste middag samen. In De Pont in Tilburg stonden we voor het schilderij ‘Het laatste avondmaal’ van Marlėne Dumas. Wat een goede kunstenaars is dat toch, vond Frits. Zijn laatste avondmaal kwam erdoor ter sprake, Frits verkoos de stilte. Een geruisloos vertrek als interlude naar zijn laatste reis. Geen groots afscheid, maar een intieme sfeer.
In het bos onder Tilburg dronken we nog een monnickenbier. Het tweede glas bleef onaangeroerd achter. Hij wilde niet meer dronken worden. Zijn gedachten vroegen alles in het moment. Samen eten zat er niet meer in, geen honger, een protesterende maag. Spaarzaam waren de bespiegelingen, hoe het zou zijn in een verzorgingshuis. Dan draaide hij zijn gezicht naar mij en zei met geëmotioneerde stem: “maar zo kan ik toch niet leven, ik ben Frits niet meer”. De tranen spoten uit zijn gezicht.
Terug in Rotterdam verbaasde ik mij over zijn routine, hek door, hek dicht, op slot, deur door, deur dicht, op slot. Steeds de goede sleutel. Niet bepaald de routine van een teruglopende geest.
Met een diepe omhelzing en van huilen schuddende buiken tegen elkaar namen wij afscheid. Een goede reis wenste hij mij en ik bedankte hem voor zijn vriendschap, die jaren heeft mogen duren. De volgende dag belde hij onverwachts weer op. Een helder en toch verwarrend gesprek. Kennelijk was het nodig om elkaar nog een keer te spreken, te bedanken, elkaar een goede reis te wensen. Frits naar de eeuwigheid en ik naar Hong Kong.
Vanmorgen vertrok hij definitief, rond half 10 in de morgen op een zonnige dag. Naar verluidt in rust en vrede, onder het genot van zijn laatste grapjes.
Terwijl ik fiets in datzelfde moment klinken kerkklokken, het is goede vrijdag. Rond half tien heffen we met vrienden het glas. Op Frits Smits, onze vriend, de levensgenieter, de kunstconsument, de filmkenner, de geliefde van Emmy, de vader en de opa. Zijn passie voor het leven was ongekend. Zijn liefde voor de kunst ongeëvenaard. Frits was altijd aanwezig, bereisde stad en land voor de kleinste tentoonstelling. Iedere maandag zagen wij elkaar tijdens de film. Die avond doopte hij om tot de Genever Conventie.
Zijn sterfdag was eigenlijk te mooi. Daags ervoor grapte hij in bittere humor dat de druilerige grijze dag de perfecte sterfdag zou zijn geweest. Het mocht niet zo zijn, in zijn bedekte optimisme laat hij ons achter.